Onderwijs
Wat is het punt van punten?
Gedurende de hele schoolcarrière wordt je achtervolgd door punten die je moet halen op je toetsen of opdrachten. Iedereen heeft wel een typisch schoolverhaal van hoeveel geluk je gehad hebt bij een toets die je niet goed had geleerd. Eens de schooltijd voorbij stopt het puntensysteem. In het leven draait het helemaal niet rond punten halen. In het leven draait het om hoe je in het leven staat en wie je bent. Dat is niet in punten te vatten. Maar kon men dat in onderwijs dan wel? Kende men je wel echt vanuit al die toetsen? Wisten ze waar je interesse lag en waar je van droomde in het leven?
Onlangs schreef een ouder een lezersbrief over zijn ervaringen met het evaluatiesysteem van zijn dochters in het onderwijs . Het was geen opwekkend verhaal maar een noodkreet van een vader die de motivatie van zijn dochters elke dag steeds verder zag afglijden. Hij begreep niet hoe de onderwijswereld zo verknocht kan geraken aan het punten geven. ’Mijn drie dochters, tussen zes en vijftien jaar jong, worden op school alle drie geconfronteerd met datzelfde struikelblok: punten. Ze vrezen ze, ze wenen ervoor, raken gefrustreerd en kwaad en ja: ze strijden er ook voor.
Maar wat is eigenlijk het punt van punten? Of zijn ze niet meer dan een hardleerse en vastgeroeste gewoonte waar ouders, scholen noch leerkrachten eigenlijk van weten waar ze goed voor is?’ Misschien, zo schreef hij, zijn punten vooral belangrijk voor het handelen van de leraar. Via de metingen heeft de leraar immers belangrijke informatie in handen. Zo weet hij waar er nog extra aandacht naartoe moet gaan als kinderen niet goed scoren. Maar heel vaak wordt het zo niet gecommuniceerd naar de kinderen.
Op één van de onderwijsavonden van Nivoz sprak Luc Stevens over de vergelijkende beoordeling in onderwijs die je vooral via het puntensysteem voedt: “Het is wonderlijk dat een kind voor zijn ontwikkeling een onvoldoende kan krijgen. Dat hebben wij zo afgesproken, dat dat kan. Want een onvoldoende zegt: je hebt je niet naar verwachting ontwikkelt. Terwijl het kind aan de formulering van die verwachting part noch deel heeft gehad. Die competitie past wel heel erg goed in ons onderwijs als spiegel, afspiegeling van de samenleving.
Ons onderwijs is ook meritocratisch: de verdienste wordt beloond; de sterkste krijgt de prijzen. ” Het lijkt dat er de jongste jaren steeds meer focus komt op meten, controleren en beoordelen maar we vergeten dat er ook slachtoffers zijn bij dit vergelijkend oordelen. “The winner takes it all. The loser's standing small ”. Er zijn altijd verliezers. “The gods may throw a dice. Their minds as cold as ice. And someone way down here. Loses someone dear .”
Maar onderwijs is geen wedstrijd die je moet winnen. Nochtans lijkt het zo wel. Iedereen wil succes hebben in de hoop op een goed leven. Maar in context van vergelijken is het succes van anderen een probleem voor eigen succes. Niet iedereen kan immers ‘de beste’ zijn. Er is dus altijd concurrentie en strijd. Dat kan gepaard gaan met angst om niet goed genoeg te zijn of om minder te zijn dan een ander.
Het belemmert ook dat kinderen gaan samenwerken want de beoordeling is altijd individueel. Je moet jezelf bewijzen. Alleen. Dat alles is een voedingsbodem voor stress, frustratie, verdriet, eenzaamheid, jaloezie en demotivatie.
Misschien ben je je er niet van bewust maar je oordeelt vaak veel sneller dan je zou willen oordelen. Eens een oordeel geveld; kijk je niet meer met dezelfde open blik naar een situatie. Kinderen met dyslexie scoren bijvoorbeeld minder goed bij leraren met een negatieve houding tegenover dyslexie dan bij leraren met een positieve houding tegenover dyslexie. Het zit hem dus niet enkel in het cijfers geven maar ook in het te snel oordelen zelf.
Ook in het oordelen ga je al snel vergelijken: je hebt diegene die het makkelijk aan kunnen, en zij die het bijvoorbeeld zonder jou en je extra inspanningen niet aankunnen. Het is toch heel belangrijk bewust bezig te zijn met minder oordelend in je klas rond te lopen. Je moet bewust de keuze maken om niet te oordelen en open te kijken naar je leerlingen. Laat je verwonderen, laat je inspireren door wat je ziet. Ga in gesprek met de leerlingen, zorg dat kinderen gehoord en gezien worden door jou. Zoek samen met de kinderen naar de juiste aanpak.
Als je minder oordeelt, zijn kinderen tot meer bereid, durven kinderen zaken uitproberen en kunnen ze leren met vallen en opstaan. Dat levert vaak meer op. Voor jezelf en de kinderen. Daarvoor heb je geen punten nodig want die werken eerder verlammend. Begin bij jezelf. Vergelijk jezelf als leraar niet met andere leraren. Dat levert niet veel op. Er hoeft geen oordeel bij want dan voel je ofwel neerslachtig ofwel superieur. En met geen van beide belevingen kan je iets om met andere samen te werken. Sta open voor wat anderen te bieden hebben; verken vanuit een positieve groeigerichte houding waar je kan leren. Ga uitdagingen aan en zoek je collega’s op om samen meer rendement te kunnen halen voor je leerlingen. Ontwikkelen doe je nooit alleen.
- Opinie in De Standaard 25/10/2023 van Koen Boesman
- Lezing Luc Stevens : https://nivoz.nl/uploads/2014/10/Uitzicht-Over-dienstbaarheid-van-kennis-en-verantwoord-handelen-in-school.pdf
- Lied van Abba, 1980
- Lied van Abba, 1980
- Horstra, L., Van den Bergh, L., & Denessen, E., (2011) Impliciete metingen van groepsstereotiepe houdingen van leraren. Pedagogische studiën. 88, 354-366.
Cego vorming & Consult
Schapenstraat 34 bus 3776
3000 Leuven, Belgium
BTW BE 0421.083.235
Belfius BE90 7765 9491 3932
CEGO is alle werkdagen bereikbaar van 9u tot 12u en van 13u tot 16u, op woensdag zijn wij gesloten.